Klassieke appeltaart

Wat een heerlijk weekend heb ik gehad! Vriend was ook vrij, dus dat was dubbel fijn. Wellicht was afgelopen weekend ons laatste als niet ouders zijnde. Iedereen zegt dat je daar nog maar even van moet genieten, dus dat hebben we dan ook met volle teugen gedaan. Ontbijtje buiten de deur, wandelen met Charlie, kaasfondue bij de buurtjes, krant echt gelezen (ipv doorbladeren), een potje yathzee, bijgekletst met vrienden en (als kers op de taart) een perfecte appeltaart gebakken.

Wat je nodig hebt:

Voor het deeg:
300g zelfrijzend bakmeel
150g lichtbruine basterdsuiker
rasp van 1 citroen
175g blokjes koude roomboter
2 eidooiers
mespunt zout
Voor de vulling:
1kg jonagolds
75g ongezouten grof gehakte walnoten
1el kaneel
4el kristalsuiker


Ingevette springvorm met een doorsnede van 24cm

Zo maak je het:


Meng in een kom bakmeel, suiker, citroenrasp, boter, 1 eidooier en zout. Kneed kort tot een samenhangend deeg, voeg evt een klein scheutje water toe. Wikkel in plasticfolie en laat minimaal 1 uur in de koelkast rusten. Verwarm de oven voor op 175 graden. Schil de appels, snij ze in vieren, verwijder het klokhuis en snij de kwarten in blokjes. Meng in een kom de appels met walnoten, kaneel en suiker. Rol 3/4 van het deeg op een met bloem bestoven aanrecht uit tot een dunne lap en bekleed de vorm hiermee (zo hoog mogelijk aan de randen). Rol de rest van het deeg uit en snij in dunne lange reepjes. Leg ze in een ruitmotief op de taart. Klop de laatste eidooier los en bestrijk het deeg ermee. Bak de taart in circa 1 uur goudbruin (tussendoor wel gluren of de bovenkant niet verbrand).